dinsdag 8 nov.: kruidenmarkt, musea, Ihwa murals

Vandaag de subway benut. Eerst om te checken hoe lang ik er over loop van het hotel naar Jongno-3-ga, want morgenochtend moet ik supervroeg op, om op tijd in de bus naar Jeongup Najang (berg) en Jeonju hanok village te gaan. Bus rijdt er 3,5 uur over al is daar een stop van 15 of 20 minuten bij gerekend. Dus 08.00 uur moet ik in die bus zitten en anders gaat ie zonder mij. Vanavond dus maar een vroegertje van maken.

De rit ging naar Jegi-dong (exit 2, 300 m. doorlopen) waar het Seoul Yangnyeongsi herb medicine museum is. Voor wie er nog nooit geweest is....je moet twee etages onder de grond zijn ;-)
Ik ben er eerder geweest, maar wilde voordat ik de kruidenmarkt op ging, nog even goed kijken naar de diverse namen en toepassingen. Voor zover ik er uit kwam met de Latijnse namen en het Koreaans.

Daarna heb ik alle slopjes en steegjes van de markt in de twee blokken tegenover het museum gezien. Wat heet: geroken! Dit moet je beslist niet doen als je verkouden bent, want dan mis je veel. Op diverse plekken stonden machines waar 'hout' in gekookt werd of persmachines voor bessen. Al die geuren vullen je hoofd en je longen. Heerlijk. Jammer dat er ook kippen, varkens en vis werd verkocht in diverse stadia van versneden zijn. Dat ruik je ook.

Met een overstapje op Dongdaemun ging ik toen naar Hyehwa op lijn 4 op weg naar Ihwa 'mural village'. Een wijk tegen Naksan (berg) op gebouwd. Enige jaren geleden is men in deze arme buitenwijk begonnen met het beschilderen van muren om de aanblik van de woonomgeving wat vrolijker te maken. Inmiddels is het een toeristische attractie geworden en zijn er koffietentjes en winkeltjes die zonnebrillen en snuisterijen verkopen. Faam heeft zo zijn keerzijde: overal staan bordjes met het verzoek stil te zijn omdat er wel gewoon mensen wonen.
Iemand had op de gevel geschilderd (in het Engels, dat zegt genoeg) 'please be quiet-the cats are asleep' . En als je daar naar binnen keek lagen er ook echt twee katten op de bank te pitten.

Onder tegen de berg aan, meer in de richting van het subwaystation, was het 'lock-museum'. Als je pal naast het gebouw staat voor de ingang, dan zie je nog niet dat het dáár is. Het is op de 4e etage boven een café en nog twee bedrijven. Klein maar fijn, zoals veel van die particuliere musea. De meest prachtige sloten, voornamelijk uit Korea, maar ook uit Nepal bijvoorbeeld, waren in een hele rustige zwarte displayruimte tentoongesteld. Ik heb nu ook wat duidelijker foto's van de balk-sluiting van de poort zoals-ie thuis moet worden. Eens kijken of Hans behalve figuurzagen ook met hout kan beeldhouwen...?

Met schemerlicht nog een keer langs het lantaarnfestival gelopen. De lampen zijn dan al aan, maar de omgeving is nog niet helemaal donker. Dat snapt mijn vrij eenvoudige camera beter.

En nu proberen of het weer niet half één of later wordt voor ik ga pitten, want 06.00 uur gaat onverbiddelijk de wekker.